Terwijl bijna alle besturen van het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en politie werken via de ‘Code goed openbaar bestuur’, is uitgerekend het hoogste politieke orgaan in Nederland dat deze rij sluit: de Tweede Kamer. Niet dat de code helemaal nieuw is, maar de bestaande regels zijn puntiger samengevat en meer aangescherpt. Doel van de code: nog grotere bekendheid met en internalisering van de integriteitsregels. De drie belangrijkste zijn:
- onafhankelijkheid en algemeen belang voorop
- het weigeren van giften of gunsten die punt 1 kunnen beïnvloeden
- het registreren van neveninkomsten en –activiteiten in de ruimste zin.
De eerste twee punten zijn geen verrassing omdat deze in iedere gedragscode terugkomen. Wel nieuw in de leidraad is de nadruk op de omgang van Kamerleden met lobbyisten. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de meermalen geuite kritiek en aanbevelingen van GRECO, de Groep van Staten tegen Corruptie, die een onderdeel is van de Raad van Europa.
In lijn daarmee stelt de gedragscode: Kamerleden moeten zich te allen tijde bewust zijn van hun onafhankelijkheid als verankerd in de Grondwet. Behalve voor informatie, moeten zij altijd afstand houden tot de belangengroep van lobbyisten en zich niet laten verleiden tot het doen van beloften of ingaan op aanbiedingen in de ruimste zin van het woord. Daaronder vallen nadrukkelijk ook buitenlandse reizen die geheel of gedeeltelijk door derden worden bekostigd. Sprekende voorbeelden in het recente verleden kwamen van voormalig D66-leider Alexander Pechtold, die van een bevriende voormalige Canadese diplomaat een Schevenings appartement cadeau kreeg, en van Forum-leider Thierry Baudet, die twee keer een vlucht maakte in de privéjet van een Nederlandse zakenman. Overigens zijn lobbyisten volgens de laatste regels niet alleen personen die werken voor een lobbykantoor, het zijn ook „anderen die een Kamerlid benaderen om op te komen voor bepaalde belangen”.
“Hier is niets nieuws onder de zon, maar de reis is belangrijker dan de bestemming”. Dat is het commentaar van John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, dat gemeenteraden adviseert en begeleidt. En die reis is ook nog maar net begonnen, want het grootste probleem bij integriteitskwesties is volgens Bijl, dat volksvertegenwoordigers een mogelijk netelige kwestie niet op tijd inschatten. Er ligt een taboe op het corrigeren van collega’s, men is bang voor een conflict of de ander te beschadigen. “Bijna altijd komt een dergelijke kwestie in de publiciteit als het kwaad al is geschied, omdat men ten onrechte huiverig is in een vroeg stadium aan iemand te vragen: heb je ook wel hieraan gedacht?”, aldus Bijl.
Om meer preventief te acteren heeft het presidium van de Tweede Kamer tegelijk met de nieuwe code ook een onafhankelijk adviseur voor integriteitskwesties aangesteld. Het is Jacqueline Biesheuvel-Vermeijden, die jaren griffier was van de Tweede Kamer. Kamerleden kunnen bij haar terecht voor vragen over de integriteitsregels. En nog voor zij op 1 januari 2020 officieel aan de slag gaat, heeft GroenLinks al wegens een affaire bij haar aangeklopt. Hoofdpersoon is Isabelle Diks die onlangs al in opspraak kwam omdat ze als ex-wethouder wachtgeld ontving bovenop haar salaris als Kamerlid. Na overleg met partijleider Jesse Klaver betaalde Diks het wachtgeld alsnog terug. Daarna onthulde HP/De Tijd dat Diks ook een zogeheten verblijfskostenvergoeding opstreek. Die kreeg ze omdat ze bij de Kamer had opgegeven dat ze in Leeuwarden woonde. Kamerleden die zover weg wonen krijgen daarvoor financiële compensatie voor bijvoorbeeld de huur van een appartement in Den Haag. Maar Diks brengt het grootste deel van haar tijd door in haar Haagse woning, zo beweerde HP/De Tijd; en in haar geval is dat bedrag inmiddels opgelopen tot ruim 46.000 euro. GroenLinks besloot op basis van het advies van de integriteitsadviseur te bepalen of Diks iets te verwijten valt, maar de Tweede Kamer-voorzitter zette daar een streep door. De adviseur moet Kamerleden de integriteitsregels en de toepassing ervan uitleggen, maar is geen rechter, aldus Khadija Arib.
Biesheuvel-Vermeijen is als adviseur benoemd voor een periode van zes jaar, onbezoldigd. Met het aantal integriteitskwesties van afgelopen jaren in het achterhoofd (woonplaats Dion Graus, vergoeding Theo Hiddema, wachtgeld Klaas Dijkhoff, etc.) is de vraag hoe houdbaar dat is. Het komt ook weinig professioneel over dat advisering, verslaglegging en het doen van aanbevelingen tot verbetering van de integriteit van de Tweede Kamer als liefdewerk oud papier worden beschouwd. Dan heeft de Eerste Kamer met de recente aanstelling van een vertrouwenspersoon voor integriteitszaken het beter geregeld. Daar werd Carla Verwoerd aangesteld na openbare werving en selectie, terwijl oud-griffier Biesheuvel “slechts” door selectie en benoeming door het presidium van de Tweede Kamer in haar functie werd benoemd. Je kunt je afvragen of dat niet op gespannen voet staat met openbaarheid, afleggen van verantwoording en gelijke benoemingskansen als kernwaarden van integriteit.
Oud-staatsrechtgeleerde en ex-parlementariër Peter Rehwinkel is sceptisch over de nieuwe adviseur van de Tweede Kamer: “Op haar zal te pas en te onpas een beroep worden gedaan, en dus zal spoedig de volgende aanbeveling volgen: de Tweede Kamer moet net als in andere landen voldoende capaciteit vrij maken voor zelfcontrole. Ter ondersteuning van de voorzitter of van het presidium, of er komt alsnog een onafhankelijke commissie voor integriteit. Hoeveel serieuzer door buitenlandse parlementen integriteitskwesties worden genomen dan in Nederland blijkt uit boetes van tienduizenden euro die zij op kunnen leggen, en zelfs de mogelijkheid om leden weg te sturen.
Ook al is de Kamer dan laat, toch is het goed dat er nu scherper omlijnde regels zijn en een onafhankelijke instantie bij wie om advies gevraagd kan worden. Maar daarmee is de klus niet geklaard, die begint nu pas echt.
Job de Haan, nieuwsredacteur Integriteit.nl
Op de hoogte blijven?
Meld u aan voor onze nieuwsbrief!
Hoe wij u kunnen helpen met integriteit?
Vraag hier onze brochure aan