“Wij kwamen voorbeelden tegen van een omstreden motorclub die een kringloopwinkel overnam, een sponsor van meerdere voetbalclubs die in verband werd gebracht met de uitbuiting van Oost-Europese werknemers en mensen met een dubieuze achtergrond die als ‘weldoener’ een kort lijntje hadden gekregen met lokale bestuurders. Dat laatste irriteert me het meest, dan komt de integriteit van de overheid in gevaar’, aldus Toine Spapens, hoogleraar criminologie, en mede-auteur van het rapport: Ondermijning door criminele ‘weldoeners’.
Maar liefst een op de drie gemeenten kampt met criminele weldoeners: criminelen die hun illegaal verkregen vermogen gebruiken om bijvoorbeeld sportclubs te sponsoren, en zo een respectabele positie verwerven in hun gemeenschap. Dat blijkt uit het onderzoek van de Universiteit Tilburg en Bureau Bruinsma dat deze week verscheen. Het is de eerste keer dat het fenomeen ‘criminele weldoeners’ in kaart is gebracht. Volgens de onderzoekers, die werkten in opdracht van Politie en Wetenschap, is het een ‘niet te onderschatten’ probleem.
Conclusie van het rapport dat de situatie in Brabant onderzocht: Criminelen ondermijnen niet alleen de rechtsorde door het plegen van straf-bare feiten. Ze doen dat tevens door het bevorderen van maatschappelijk nuttige activiteiten, zoals sponsoring van sport en evenementen, het oprichten van goededoelenstichtingen, het helpen van zorgbehoevenden en het optreden als woordvoerders van en probleemoplossers in de wijken waar zij wonen of vandaan komen.
Crimineel weldoenerschap is in Nederland geen onbekend fenomeen – voorbeelden kunnen in de media gemakkelijk worden gevonden –, maar het was nog nooit systematisch onderzocht. En de onderzoekers zijn ervan overtuigd wat nu in Brabant is bnlootgelegd, voor heel Nederland geldt. Een veel voorkomende vorm van ‘weldoenerschap’ is het fenomeen ‘wijkkoningen’. Het gaat hier om personen die in hun directe omgeving een zekere status hebben opgebouwd, omdat ze persoonlijke zaken voor de andere bewoners regelen, of hen met raad en daad bijstaan. Wijkkoningen treden bijvoorbeeld ook op als woord-voerder richting de gemeente, als het gaat om belangen van de buurt, en kunnen ook evenementen of sport-verenigingen sponsoren. Tegelijkertijd zijn zij (vermoedelijk) crimineel actief en wordt dit soort ‘regelwerk’ mede gedaan om loyaliteit en zwijgzaamheid van de buurtbewoners te bevorderen. Wanneer dat niet goedschiks lukt, is intimidatie en bedreiging vaak niet ver weg. Het begrip ‘wijkkoning’ is uiteraard subjectief, en verwijst met name naar de invloed die dit type weldoeners in de ogen van geïnterviewden heeft op het reilen en zeilen in de buurt. De achtergrond van weldoeners loopt uiteen. Het gaat bijvoorbeeld om (voormalige) drugscriminelen, leden van motorbendes en louche onder-nemers. Hun maatschappelijke activiteiten komen doorgaans aan het licht wanneer er een strafrechtelijk onderzoek tegen hen wordt gestart, of wanneer er klachten binnenkomen. Weldoeners zijn vaak invloedrijk en krijgen van de omgeving lang het voordeel van de twijfel, onder het mom: ‘Er is nog nooit iets bewezen.’ Ook de lijntjes naar gemeente-bestuurders of raadslieden zijn soms opvallend kort.
De vraag is wat gemeenten kunnen doen tegen dit soort moeilijk grijpbare vormen van criminaliteit dat vaak ook onuitgesproken draagvlak onder de burgers heeft. En als men al op zou willen treden dan blijkt in de praktijk dat er onvoldoende mensen en middelen voorhanden zijn. Dus geeft men de voorkeur aan te wachten tot er bijvoorbeeld uit een strafrechtelijk onderzoek concrete aanwijzingen voor misdrijven komen bovendrijven. Dat kan soms lang duren. Spapens: “De kern van ons betoog is dat gemeenten vaak meer kunnen doen dan ze zelf denken. Als je gaat graven, vind je altijd wel wat. Je kunt daarnaast je reguliere gemeentelijke controles uitvoeren. Je kunt informatie delen met andere gemeenten: soms is iemand met louche zaken bezig in gemeente A, en speelt hij de weldoener in gemeente B. En je mag ook andere instanties inschakelen, denk aan de Belasting-dienst. Bij vermoedens kun je bovendien ‘stop-gesprekken’ voeren met een sportvereniging die geld krijgt van de weldoener. Een goed voorbeeld uit de praktijk is de aanpak van een zogenoemde wijkkoning: een crimineel die de dienst uitmaakt in een bepaalde wijk. Deze meneer begint zich op een bepaald moment ook heel actief te bemoeien met de voetbalclub. Hij is sponsor en jeugdtrainer tegelijk. Er komen vervolgens allerlei onfrisse types op die club en de sfeer verslechtert. Ouders van jeugdspelers hebben toen geklaagd bij de wijkagent. Deze agent heeft daarop van alles georganiseerd om de invloed van die wijkkoning te verminderen. Inmiddels is deze criminele weldoener geen hoofdsponsor meer. Daarnaast heeft de wijkagent deze verdachte intern bij de politie op de kaart gezet. Het is een zaak die nog steeds loopt. De situatie is nu wel verbeterd, maar het blijft een hoofdpijndossier omdat de verdachte in kwestie zich nog altijd als ‘wijkkoning’ manifesteert.’ Kortom: de bestrijding van criminele weldoeners is een combinatie van politieke wil èn van lange adem.
Job de Haan, nieuwsredacteur Integriteit.nl