• Meer weten? Bel 088 - 57 90 057

Artikel

Driemaal Balkenende, eenmaal Opstelten

Driemaal Balkenende, eenmaal Opstelten 150 150 integriteit.nl

Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft een externe consultant twee jaar lang een salaris betaald van 1,3 miljoen euro. Dat is driemaal de Balkenende-norm van € 228.599.=. Hij werd ingehuurd om de automatiseringsproblemen bij de Nationale Politie op te lossen. Deze gegevens zijn verstrekt na een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur door NRC-Handelsblad.

De toenmalige problemen werden door minister Opstelten als zo urgent beschouwd, dat hij persoonlijk toestemming gaf om geen offertes bij andere consultants aan te vragen en de maximaal toegestane beloning ruimschoots te overschrijden. De consultant in kwestie was Jo van den Hanenberg van het Amsterdamse bureau BoerCroon. Hij werd in mei 2012 aangesteld samen met zijn BoerCroon-collega Pieter Cloo. Laatstgenoemde werkte van mei tot december 2012 en kreeg daar als interim-manager een salaris van € 400.000.=, zijnde ruim € 5.700.= per dag.

Nu is het zo dat de Wet Normering Topinkomens eist dat een minister die een topfunctionaris hoger wil honoreren dan de maximale norm, dat alleen doet na goedkeuring van de ministerraad, waarna de beloning ook openbaar wordt gemaakt. In dit geval is dat niet gebeurd, aldus het ministerie in een reactie, omdat beide consultants in hun ogen geen ‘topfunctionaris’ in de zin der wet waren. Bij hun aanstelling was het de bedoeling dat Van den Hanenberg en Cloo maximaal zes maanden voor het ministerie zouden werken, maar Opstelten besliste anders. Hij verlengde het contract met de eerste diverse malen tot uiteindelijk twee jaar en Cloo benoemde hij na zeven maanden als secretaris-generaal op zijn departement. Ook hadden beide consultants de beschikking over een dienstauto met chauffeur. In het geval van Van den Hanenberg bedroegen de kosten daarvan over twee jaar: € 384.000.= oftewel € 16.000.= per maand.

Reactie Job de Haan van Integriteit.nl:
Begin 2012 dreigde het noodzakelijke samenvoegen van computersystemen bij de oprichting van de Nationale Politie op een groot en kostbaar fiasco uit te lopen. Terecht greep minister Ivo Opstelten direct en kordaat in. Dat hij daarbij de gebruikelijke procedures van inhuur en salarisnormering opzij zette is onder druk van de noodsituatie volstrekt verdedigbaar. Ook de Wet Normering Topinkomens staat een dergelijke handelwijze in uitzonderlijke gevallen toe onder de voorwaarde dat de ministerraad hiermee instemt en de afwijking openbaar wordt gemaakt.

De vraag is nu of het ministerie en in het bijzonder minister Opstelten op dit punt in gebreke is gebleven en wettelijk voorgeschreven transparantie ten onrechte achterwege heeft gelaten. Wat valt Opstelten te verwijten? Niet dat hij één consultant voor circa  € 3.000.= per dag zijn werk liet doen. Een dergelijke beloning op zo’n cruciaal dossier is geheel marktconform, omdat het meestal om een korte periode gaat. Dat was ook bij Van de Hanenberg de bedoeling, maar zes maanden werden twee jaar. Dan is een totaalbedrag van 1,3 miljoen euro wel aan de (te) hoge kant. De andere consultant, Pieter Cloo, stopte na zes maanden met zijn interim werk en ontving daarvoor € 400.000.=, ruim € 5.700.= per dag. Ook dat is meer dan goed betaald. Toch, wanneer er zoveel op het spel staat dan wil je als verantwoordelijk minister de allerbeste mensen en de twee van BoerCroon stonden als zodanig bekend. Daar hangt dan wel een overeenkomstig financieel plaatje aan. En hier komt Opstelten op het terrein van de bestuurlijke verwijtbaarheid van handelen.

Immers, hij is niet alleen afgeweken van de Wet Normering Topinkomens maar heeft ook de uitzonderingsclausule in die wet genegeerd. Of het kabinet ooit met de afwijking heeft ingestemd is het geheim van de ministerraad, maar Opstelten is inzake de plicht tot openbaarmaking nadrukkelijk in gebreke gebleven.

Het argument dat die plicht in dit geval niet aan de orde was omdat de twee consultants niet werden beoordeeld als ‘topfunctionaris’ kan geen steek houden. Ga maar na, de ene consultant kreeg een topsalaris gedurende een zodanige periode dat er geen sprake meer kon zijn van interim werk en de ander kreeg na een half jaar de hoogste ambtelijke baan op het ministerie. Dan moet daar ook nog bijgevoegd worden dat beiden de beschikking kregen over een auto met chauffeur. In het geval van Van den Hanenberg betreft het hier een totaal bedrag van € 400.000.= oftewel € 16.000.= per maand. Met dergelijke beloningen en secundaire arbeidsvoorwaarden spreek je wel degelijk over twee topfunctionarissen. Bovendien: als Pieter Cloo geen topfunctionaris zou zijn, hoe kan Opstelten hem dan op de hoogste ambtelijke positie hebben benoemd?

Het lijkt er sterk op dat in dit geval politiek opportunisme het heeft gewonnen van de wettelijke afspraken die het huidige kabinet zelf heeft genomen teneinde de topsalarissen en de inhuur van externen sterk te versoberen. Of er hier sprake is van een wetsovertreding zal de rechter eventueel moeten uitmaken, of Opstelten hiermee politiek verwijtbaar gedrag heeft getoond is ter beoordeling aan het kabinet en de Tweede Kamer. En ten slotte is natuurlijk ook mogelijk dat Opstelten bij zichzelf te rade gaat en conclusies trekt.

Mark Verheijen stapt op als Kamerlid na commissie-rapport

Mark Verheijen stapt op als Kamerlid na commissie-rapport 150 150 integriteit.nl

“Een volksvertegenwoordiger kan alleen functioneren als zijn of haar integriteit niet ter discussie staat. Dat was bij mij helaas de afgelopen weken wel het geval. Dat was niet goed voor mijn partij, niet voor mij en niet voor het aanzien van de politiek.Ik heb daarom vandaag besloten mijn lidmaatschap van de Tweede Kamer neer te leggen.”

Zo begint de verklaring van Mark Verheijen die daarmee het einde van zijn Haagse politieke carrière aankondigt. Verheijen vervolgt: “De verschillende publicaties van de afgelopen weken in combinatie met een aangifte in mijn richting bij het Openbaar Ministerie zorgden voor veel onrust. Naar aanleiding daarvan heb ik de Permanente Commissie Integriteit van de VVD gevraagd hiernaar te kijken. Deze Commissie concludeert vandaag dat alles bij elkaar opgeteld de feiten en de dynamiek rondom mijn persoon niet passen in het integriteitskader van de partij. Dat alles bij elkaar laat mij geen andere keuze dan mijn functie neer te leggen. Met pijn in het hart, maar met de overtuiging dat dat in deze omstandigheid het enige juiste besluit is.”.

“Ik ben meer dan zestien jaar actief geweest in de politiek. Ik heb mijn publieke functies altijd met hart en ziel en naar eer en geweten uitgevoerd. Natuurlijk heb ik daarbij ook fouten gemaakt of vergissingen begaan, maar de ontstane beeldvorming van de afgelopen weken herken ik niet en raakt mij diep. Ik heb veel te danken aan de partij en de steun die ik altijd ontvangen heb. Dat ik juist die partij, haar politici en vrijwilligers met alle publicaties heb geschaad spijt mij zeer.”.

VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra:

“Mark Verheijen heeft vandaag besloten zijn Kamerlidmaatschap te beëindigen. Voor Mark is dit een persoonlijk drama, maar op grond van het rapport van de integriteitscommissie en de publicaties van de laatste weken is dit een logisch besluit.”.

VVD-partijleider Mark Rutte:

“Ik heb twee fouten begaan. Ik had me meteen na de publicaties van NRC-Handelsblad moeten onthouden van commentaar (“opgeblazen”, JdH) en het was beter geweest als de integriteitscommissie sneller aan de slag was gegaan.”.

Commentaar Job de Haan van Integriteit.nl:
Door de opeenstapeling van beschuldigingen aan het adres van Verheijen en het rapport over hem van de VVD-integriteitscommissie, was het slechts een kwestie van tijd wanneer Verheijen zijn vertrek uit de Tweede Kamer zou aankondigen. Wat overblijft is een geknakte politieke carrière, het boetekleed van de VVD-top en veel imagoschade voor de VVD aan de vooravond van de Eerste Kamer-verkiezingen.

Wat achteraf het meest opvalt is de opeenvolgende inschattingsfouten die de partijleiding heeft gemaakt in haar ijver tot damage control. De ‘kleine, dunne feitjes’ zoals Rutte in een eerste reactie de misstappen noemde, blijken in de praktijk – en dat is winst – grote gevolgen te hebben gehad. Met name de heftige kritiek uit eigen VVD-gelederen noopte de partijtop om alsnog de feiten te onderzoeken en te wegen. Dat deel van de achterban bleek meer waarde te hechten aan de strenge interne integriteitsprincipes zoals bepaald in 2013 dan Rutte c.s., die de verkiezingscampagne voor de Eerste Kamer in gevaar zagen komen.

Ook die reactie uit eigen gelederen is winst. Wat zijn de feiten die de commissie heeft vastgesteld? Het ging niet om grote malversaties noch was er sprake van moedwillige zelfverrijking. Er werd wel een patroon zichtbaar: dubbele reiskostendeclaraties, een exorbitant hoog bedrag voor een fles wijn en uitstapjes die op of over de grens gingen tussen privé en politiek. Hier was geen grote graaier aan het werk, maar om een kleine, slordige krabbelaar. Toch meent de VVD-commissie: “Bij declaraties wordt van bestuurders alertheid vereist”. En met de aanvankelijke verdediging van Mark Verheijen, (“ik ben politicus, geen heilige”) maakt de commissie korte metten: “Op naïviteit kan een bestuurder zich niet beroepen”. En ten slotte: “In kwantitatief opzicht wellicht geringe kwesties, hebben in integriteitsopzicht soms een grote – symbolische – betekenis”. Met die constatering is de VVD en met haar politiek en bestuurlijk Nederland op een even pijnlijke als terechte wijze gewaarschuwd.

De integriteit epidemie onder wethouders

De integriteit epidemie onder wethouders 150 150 integriteit.nl

Moord en brand wordt er geschreeuwd in de Nederlandse politiek. In de contreien van de gemeentepolitiek sneuvelen bestuurders (hoofdzakelijk wethouders) met bosjes door een ‘nieuw’ politiek geëngageerd super virus. Wethouders lijken in het bijzonder kwetsbaar te zijn voor het opkomende virus dat schuilgaat onder de naam ‘integriteit’. Naar aanleiding van de resultaten van het ‘Wethoudersonderzoek 2014’ werd er aan de bel getrokken. Uit het onderzoek blijkt dat vorig jaar negen wethouders (van de 27 opgestapte wethouders) ten val zijn gekomen door integriteitskwesties. Daarmee is niet-integer handelen en/of belangenverstrengeling de voornaamste reden geworden voor het vroegtijdig vertrek van een wethouder.

Als trouwe waakhond van de democratische rechtstaat bericht de gerespecteerde nieuwsvoorziening gretig over de nieuwe nr. 1 valfactor onder wethouders. In haar enthousiasme “vergeet” ze (echter) om toelichting te geven wat er onder het gevreesde begrip van integriteit verstaan mag worden en van een gedegen definitie ontbreekt elk spoor. Het vakblad Binnenlandsbestuur – nota bene de opdrachtgever van het Wethoudersonderzoek 2014 – komt in de berichtgeving naar buiten toe (dus los van het niet openbaar gestelde onderzoek) niet verder dan het opsommen van de integriteitskwesties waar wethouders meer of minder werden gedwongen om op te stappen. Waarom juist deze kwesties onder het containerbegrip integriteit vallen en anderen niet, wordt verder niet vermeld.

De gerespecteerde nieuwsvoorziening helpt de wethouder dan ook niet veel verder in het bestrijden van de integriteit epidemie. Met enige overdrijving stel ik me voor dat de radeloze wethouder (net als in een oorlogsfilm) een gevallen collega in zijn armen neemt en uitroept: “wat is deze vloek die zovelen van ons het onderspit doet delven en wat kunnen we doen dat het ons niet allemaal ten gronde brengt?”

Een reactie door Robbert-Jan Eekhout van integriteit.nl
Spijtig genoeg kan ik de kwetsbare wethouder geen wondermedicijn voorschrijven. Wel kan ik een poging doen om het fenomeen integriteit toe te lichten. Zodat de kwetsbare wethouder tenminste een idee heeft wat hem zo hard raakt. Maar waarschijnlijk beloof ik hiermee al te veel.

Twintig jaar terug werd integriteit gelijk gesteld aan fraude en corruptie. Het ondergesneeuwde integriteitsbegrip werd destijds nieuw leven ingeblazen door ‘de stof doen opwaaiende’ resultaten van de parlementaire enquête bouwsubsidies (1986-1988). Tegenwoordig wordt het integriteitsbegrip veel breder ingezet en gaat het ook om zaken als seksuele intimidatie, omgang vertrouwelijke informatie, het gebruik van social media, etc.
Hoe breder het begrip wordt ingezet des te meer onduidelijkheid hiermee gepaard gaat. Zo bestaat er zelfs onder de professionals (de dokters in ‘het integriteitsvak’) een geringe overeenstemming ten opzichte van het integriteitsbegrip. Dit is onder meer terug te zien aan de astronomische hoeveelheid integriteitsdefinities die rouleren. Desondanks zijn de integriteitsdefinities globaal in een zestal (goed te begrijpen) visies te verdelen[1]:

  1. Heelheid: De eerste visie vindt zijn grondslag in de oorspronkelijke betekenis van het woord: Integras (Latijn voor integriteit) betekent heelheid. Een persoon is heel als hij zich in zijn handelen laat leiden door zijn innerlijke drijfveren. ‘Je doet waar je voor staat’. ‘Je zegt wat je denkt en je doet wat je zegt’.
  2. Professionele verantwoordelijkheid: de tweede visie ‘Professionele verantwoordelijkheid’ is een verdere (op professie gerichte) uitwerking van het denken in heelheid. Het gaat er in deze definitie om dat mensen bereid moeten zijn om hun verantwoordelijkheid overeenkomstig met hun functie en positie te aanvaarden. Een persoon is ‘heel’ wanneer hij doet waarvoor hij is aangesteld.Het nadeel van de met de nadruk op “doen wat je zegt’ en “zeggen wat je denkt” en ‘’doen waar je voor bent aangesteld’’ is het ontbreken van een morele maatstaf. Veel dictators en psychopaten, handelen ijzingwekkend consequent aan de eigen innerlijke drijfveren en zijn in het bijzonder taakbewust. De volgende vier visies hebben daarentegen (geheel op eigen wijze) wel zo’n maatstaf ingebouwd.
  3. Ideaal. Deze visie op integriteit verbindt integriteit aan een ideaalbeeld. Het begrip wordt gekoppeld aan het streven naar navolgenswaardige persoonskwaliteiten en standaarden. Voorbeelden van zulke ideaalbeelden zijn de ideaaltypen die kenmerkend zijn voor een cultuur en tijd; enkele voorbeelden zijn de geen angst kennende Spartaanse soldaat, de Engelse gentleman en de niet omkoopbare politieagent.
  4. Eén waarde. De vierde visie ziet integriteit als één waarde te midden van andere waarden. Zo is in gedragscodes nogal eens een hoeveelheid waarden opgenomen waarvan integriteit er dan één van is. De medewerker moet eerlijk, betrouwbaar en integer zijn. Hoe wordt de waarde integriteit dan gezien? Als onkreukbaarheid. Het zien van integriteit in termen van de waarde onkreukbaarheid is de breedst gedragen visie ten opzichte van integriteit. Een mens is in deze visie integer als hij ongevoelig is voor oneigenlijke belangen (dus onkreukbaar is) en refereert naar een moreel minimum: je mag niet stelen, je moet onomkoopbaar zijn etc.
  5. Overeenstemming met regels en waarden. Je bent integer als je handelt conform de daarvoor uitsluitend (opgestelde/)gehanteerde regels en waarden. Deze aanpak suggereert dat er vrij duidelijke (formele) eenduidige waarden en regels zijn die integriteit omschrijven. Wanneer mensen deze waarden en regels volgen dan zijn ze integer. Een wethouder zou in deze visie integer zijn wanneer deze zich houdt aan de algemene beginselen van goed bestuur en/of de voor hem relevante gedragscodes.
  6. Overeenstemming met morele waarden en normen en regels. Deze definitie ziet integriteit in overeenstemming met de geldende morele normen, waarden en regels. Integriteit staat in deze visie voor wat moreel door de beugel kan en dit is breder dan alleen de regels binnen de organisatie ten opzichte van integriteit. Derhalve moet ook het moraal van het (relevante) publiek (lees: de samenleving, het bedrijfsleven, personen etc.) worden meegenomen in een (integer) oordeel.

Wat deze visies met elkaar gemeen hebben – en niet meewerkt aan de eenduidigheid van integriteitsbegrip – is dat ze allemaal context gebonden zijn. Dus wat de normen, waarden, verantwoordelijkheden, idealen, regels zijn waar de integriteitsvisies naar refereren is afhankelijk van de context waar een persoon zich in bevindt. Een (wat simplistisch) voorbeeld ter illustratie: Wanneer een bouwvakker zijn waardering over het uiterlijk van een mooie vrouw die passeert luidkeels duidelijk maakt, dan kan dit binnen de bouwvakkerscultuur worden opgevangen als solidariteit naar zijn collega’s, echter wanneer een politicus dit doet dan is het hoogst ongepast. Wat we dan of wel of niet integer vinden is sterk gebonden aan de context waarin we ons bevinden.

De tip die ik een wethouder wil meegeven is zichzelf kritisch af te vragen wat integriteit voor hem of haar (in de relevante context) betekent. In het beantwoorden van deze vraag kunnen de eerder opgesomde integriteitsvisies faciliteren:

  • handel ik conform mijn innerlijk drijfveren, sta ik voor wat ik doe (Heelheid);
  • wat zijn mijn verantwoordelijkheden en welke valkuilen gaan hiermee gepaard (Professionele verantwoordelijkheid);
  • welke idealen vind ik nastreefwaardig (Ideaal);
  • welke oneigenlijke belangen/verleidingen moet ik het hoofd bieden (Waarde/Onkreukbaarheid);
  • welke formele waarden en regels moet ik respecteren (Waarden en regels);
  • wat zijn de belangrijke morele normen, waarden en welke spelregels hangen daaraan vast en/of hoe zou de publieke opinie mijn handelen bestempelen (Morele normen, waarden en regels)?

Kom je er zelf niet uit of ben je niet helemaal zeker van je zaak, ga dan met open vizier de dialoog aan met je collega-wethouders of burgemeester (belanghebbenden). Alleen door met hen in gesprek te treden kunnen de vaak nog wat vage algemeen geldende (morele) normen en waarden vertaald worden naar concrete gedragslijnen/-alternatieven. Integriteit vraagt om een actieve en kritisch (zelf)onderzoekende houding. Dit is geen (onzinnige) bijzaak: Want het gevaar ligt op de loer dat, wanneer je de aandacht laat verslappen ten opzichte van integriteit, je de volgende wethouder bent waar we over lezen in de krant!

[1] Huberts, L.W.J.C. (2005). Integriteit en Integritisme in Bestuur en Samenleving. Amsterdam: Vrije Universiteit, pp. 6-10.

VVD-kamerlid Verheijen overtrad als gedeputeerde integriteitsregels

VVD-kamerlid Verheijen overtrad als gedeputeerde integriteitsregels 150 150 integriteit.nl

Het Limburgse Tweede Kamerlid Mark Verheijen heeft als gedeputeerde van de provincie in 2011 en 2012 enkele duizenden euro’s ten onrechte gedeclareerd. Dat blijkt uit onderzoek van NRC-Handelsblad. Privé-uitgaven, kosten die hij maakte voor de VVD-campagne en als lid van het landelijk bestuur, bracht hij in rekening bij de provincie in strijd met geldende gedragscodes en declaratieregels.

Zo stelt de Gedragscode Bestuurlijke Integriteit van de provincie Limburg: “Uitgaven worden uitsluitend vergoed als vaststaat, dat zij in het belang zijn van de provincie en voortvloeien uit de aard van de functie als bestuurder.” Maar Verheijen gebruikte de provinciale dienstauto met chauffeur, declareerde de kilometers van zijn privéauto of gebruikte het eersteklas-treinabonnement van de provincie geregeld voor zijn VVD-activiteiten. Ook hotelovernachtingen en verblijfskosten als aankomend Kamerlid declareerde hij ten onrechte bij de provincie. Verheijen liet ook de provincie meebetalen aan zijn campagne voor de Kamerverkiezingen en zijn bijbaan als lid van de raad van toezicht van Prodemos – Huis voor democratie en rechtstaat. Daarmee overtrad hij meermalen de Gedragscode Bestuurlijke Integriteit waar staat: “De bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.”

Dan is er ook nog de Modelgedragscode Politiek Ambtsdragers die onder meer is opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarin de zinsnede: “Van politiek ambtsdragers mag een zekere soberheid worden verwacht. Hoe het ook wordt vergoed, het gaat immers steeds om besteding van publieke middelen. De politiek ambtsdrager heeft ook een voorbeeldfunctie.” Dat valt moeilijk te rijmen met een gebeurtenis uit 2012. Op 5 juni gaat een gezelschap van vijftien personen dineren in een gerenommeerd restaurant in Amsterdam, onder wie Mark Verheijen en de inmiddels in opspraak geraakte (ex-)VVD-wethouder Jos van Rey en projectontwikkelaar Piet van Pol. Gezamenlijk geven zij 2.631 euro uit, hetgeen neerkomt op 175 euro per persoon. Een kwart van het totaalbedrag declareert Verheijen later bij de provincie, zonder dat hij duidelijk kon maken  dat het diner een Limburgs belang diende.

Verheijen erkent een aantal keer onjuist gedeclareerd te hebben en zegt het geld terug te zullen betalen. “Ik ben een politicus, geen heilige. Ik ben niet feilloos”, aldus zijn reactie op de aantijgingen. “Het raakt mij, maar het breekt mij niet.”

Reactie Job de Haan van Integriteit.nl
De kwestie Verheijen roept nogal wat vragen op. De VVD begon zo goed toen het hoofdbestuur in 2013 een Permanente Commissie Integriteit instelde, die meldingen over mogelijke integriteitsschendingen moest behandelen. Daarbij werden strengere regels opgelegd om het integriteitsbesef van haar politieke vertegenwoordigers ‘nog beter’ te waarborgen. Het lag dus voor de hand de ‘kwestie Verheijen’ voor te leggen aan deze commissie die vervolgens in alle vrijheid een oordeel had kunnen vellen. Maar het nieuws was nog niet bekend of fractievoorzitter Halbe Zijlstra en – heel ongewoon – premier Rutte namen Verheijen direct in bescherming door te stellen dat de zaak was ‘opgeblazen’. Daarmee wekten zij de indruk dat integriteit bij de VVD hoog in het vaandel staat, behalve als het politiek gezien slecht uitkomt. Immers, de campagne voor de Provinciale verkiezingen van volgende maand draait volop en Rutte heeft zijn kabinetsbeleid tot inzet van die verkiezingen gemaakt.

Dan komt een rel rond een prominent Limburgs kamerlid zeer ongelegen, waardoor de interventie vanuit de VVD-top lijkt op ‘damage control’. Ook het commentaar van het kamerlid zelf is opvallend. Hij verdedigt zich door te stellen dat hij ‘politicus is, geen heilige’ en ook ‘niet feilloos’. Maar integriteit dwingt niemand om perfect en foutloos te handelen, geen mens zou daar aan kunnen voldoen. Maar Verheijen liet een steeds terugkerend patroon zien, waarbij zijn integriteit wel degelijk in het geding was: hij profiteerde ruimschoots en in vele gevallen ten onrechte van de secundaire arbeidsvoorwaarden van een gedeputeerde en hij overtrad daarbij meermalen de regels. Zelf noemde hij zijn slordigheden “gewoon stom”, maar even duidelijk is dat van die slordigheden er niet één in zijn nadeel uitviel. Ook op het punt van de vereiste soberheid schoot Verheijen keer op keer tekort, waarvan het gememoreerde diner een treffend voorbeeld is. Daar komt nog bij dat onder de twee kabinetten van VVD-premier Rutte er voor de burger steeds strenger geworden maatregelen zijn geïntroduceerd, die bij overtreding hard worden bestraft. Wie een boete te laat betaalt, krijgt prompt een scherpe verhoging voor de kiezen en wie als uitkeringsgerechtigde ‘niet feilloos’ met de regels omgaat, staat zware sancties te wachten. Als een politieke partij dat voor zijn rekening neemt, zullen haar vertegenwoordigers zelf het goede voorbeeld moeten geven.

PS: Inmiddels heeft Mark Verheijen zich door protesten vanuit de partij genoodzaakt gezien zijn declaraties als gedeputeerde alsnog te laten onderzoeken door de Permanente Commissie Integriteit van de VVD.

Bovenop dat onderzoek is er nu ook tegen Verheijen aangifte gedaan wegens corruptie tijdens zijn wethouderschap in Venlo. Daarop heeft hij zijn werkzaamheden als Kamerlid opgeschort in afwachting van wat de Integriteitscommissie van de VVD concludeert over zijn declaraties en wat het Openbaar Ministerie besluit over de aangifte.

De eed van Ede

De eed van Ede 150 150 integriteit.nl

 “…Ik zet me er voor in om geen schaduw te werpen op het leven van een kind, maar integer te handelen.” Deze passage komt uit de gelofte die toekomstige basisschoolleraren bij hun afstuderen afleggen als het aan de Christelijke Hogeschool Ede ligt. Daarmee treedt men als eerste in de voetsporen van ambtenaren met hun ambtseed en artsen met hun eed van Hippocrates.

‘Ik beloof als leraar basisonderwijs mijn ervaringen en talenten zegenrijk in te zetten voor het ontsluiten van de talenten van leerlingen.’ Opleidingsdirecteur Emile van Velsen zal komende zomer deze zin voor het eerst uitspreken in de Oude Kerk in Ede, bij de uitreiking van de diploma’s. De 150 afgestudeerden van de Pabo zullen de woorden in koor herhalen en vervolgens de rest van de eed (pdf) hardop voorlezen. De Hogeschool beschouwt de gelofte als ‘een waardige afsluiting van de opleiding’, maar zij is niet verplicht en heeft ook geen juridische status. Van Velsen hoopt dat ook andere lerarenopleidingen dit voorbeeld gaan volgen.

Hoewel de Hogeschool de primeur heeft, is het idee voor een lerareneed niet nieuw. In 2007 stelde de Onderwijsraad al een soortgelijke gelofte (pdf) op ‘als sluitstuk van professionalisering en het signaal dat de leraar onderdeel is van een instituut waar waarden een centrale plaats innemen’. In het werkveld wordt positief gereageerd op het initiatief uit Ede. De Onderwijscorporatie, waarin de landelijke lerarenorganisaties zijn verenigd, vinden dat een dergelijke eed grote symbolische waarde heeft. Voorzitter Kentson: “Met zo’n eed spreek je hardop uit dat je de beroepsstandaard belangrijk vindt die we net de beroepsgroep hebben ontwikkeld. Hij is tevreden over het feit dat in de eed van Ede zowel aandacht is voor ethiek als voor vakmanschap.

Reactie Job de Haan van Integriteit.nl
Hoe sympathiek het initiatief ook is, het is nog maar helemaal de vraag of het navolging zal hebben. Na een soortgelijk voorstel van de Onderwijsraad in 2007 is er zeven jaar niets mee gedaan. Verder is het afleggen van de eed geheel vrijwillig en worden er geen consequenties aan verbonden. Dat geeft de gelofte wel een erg vrijblijvend karakter. Bovendien heeft de Hogeschool Ede de tekst een christelijke draai aan gegeven door bijvoorbeeld het woord ‘zegenrijk’ erin op te nemen. Daarmee maak je de eed slechts bruikbaar voor een deel van de lerarenopleidingen. Aan de andere kant is het misschien een prikkel voor andere opleidingen en onderwijsorganisaties actie in dezelfde richting te ondernemen.

Onno Hoes kondigt vertrek aan

Onno Hoes kondigt vertrek aan 150 150 integriteit.nl

De burgemeester van Maastricht heeft gister zijn vertrek aangekondigd. Hoes laat in een verklaring weten dat de stad enorm worstelt met de omstreden publicatie waarover Integriteit.nl eerdaags al berichtte. “Die worsteling kan ik de stad, zijn bestuur en mijzelf niet langer aandoen.”

Het besluit tot vertrek kwam vanuit Hoes zelf. Zijn partij, de VVD, gaf aan bedroefd te zijn over het besluit van Hoes, maar snapt het en staat erachter. Net als de burgemeester zelf, is ook de VVD kritisch over het item dat PowNews vorige week uitzond. “Het diende geen enkel doel en was alleen gericht op persoonlijke beschadiging.”

In opspraak
Vorige week kwam de positie van de burgemeester van Maastricht opnieuw ter discussie te staan na een uitzending van PowNews, waarin een 20-jarige date van de burgervader foto’s van vertrouwelijke afspraken uit de ambtelijke agenda van Hoes liet zien. Een jaar eerder was het ook al raak, nadat een buitenechtelijke affaire was uitgelekt. Hoes heeft aangegeven juridische stappen te ondernemen tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor het moedwillig en schaamteloos publiek maken van privé-zaken.

Opvolger
De burgemeester van Maastricht sloot zijn verklaring af met de melding dat hij zich in zal blijven zetten voor de stad totdat er een opvolger voor hem is gevonden.

Reactie Integriteit.nl
De burgemeester van Maastricht, Onno Hoes, heeft het ambt in opspraak gebracht en de reputatie van de stad schade berokkend. Je bent vierentwintig uur per dag burgemeester, dus dan word je geacht je altijd waardig te gedragen en te voldoen aan de eisen van onbesproken gedrag.

Hoes kan verweten worden dat hij (te) naïef is geweest door zijn vertrouwelijke, ambtelijke agenda met iemand te delen. Iets dergelijks brengt risico’s met zich mee. Hij had zich beter bewust moeten zijn van die risico’s, te meer hij eerder ook al in opspraak is geraakt.

De manier waarop de burgervader van Maastricht wederom in opspraak is gekomen, kan als ‘immoreel’ bestempeld worden. De uitzending van PowNews diende immers geen enkel doel en was, zoals zijn VVD-fractie het verwoordde, “gericht op persoonlijke beschadiging”. Iemand moedwillig en schaamteloos publiek te schande maken is, ook daar het een burgemeester betreft, ongeoorloofd.

Al met al kent deze integriteitskwestie enkel verliezers. Alle betrokken partijen – journalistiek, stad en burgemeester – zijn beschadigd.

Burgemeester Hoes van Maastricht opnieuw in opspraak

Burgemeester Hoes van Maastricht opnieuw in opspraak 150 150 integriteit.nl

De burgemeester van Maastricht Onno Hoes (VVD) raakte onlangs opnieuw in opspraak nadat een 20-jarige date uit Almere foto’s van vertrouwelijke afspraken uit de ambtelijke agenda van Hoes had gepubliceerd. De gemeenteraad heeft Hoes in een spoeddebat om opheldering gevraagd. Het standpunt van de gemeenteraadsleden is nog onduidelijk. Er is ook nog geen opheldering gegeven of de burgemeester op het matje geroepen wordt.

PowNews

PowNews filmde de dates die de bewuste man, Robbie Hasselt, had met de burgemeester van Maastricht. Nadat Onno Hoes contact met hem had gezocht via social media, nam Hasselt contact op met PowNews. Met een camera maakte de 20-jarige uit Almere vervolgens undercover opnames van de dates.

Al eerder in opspraak

Eind 2013 kwam de burgemeester van Maastricht ook al in opspraak, nadat een buitenechtelijke affaire was uitgelekt. De ex-man van Boulevard-presentator Albert Verlinde was al zoenend met een 25-jarige man op een foto te zien. De gemeenteraad oordeelde toen dat zijn optreden ‘een burgemeester onwaardig’ was. Hoes gaf aan dat het voorval een incident was en beloofde beterschap. Hij mocht aanblijven als burgemeester.

 

Reactie Integriteit.nl

De tijd dat burgemeesters, ministers en wethouders een onderscheid konden maken tussen werk- en privé-leven is voorbij. Er is geen privé-sfeer meer, ondanks dat iedereen daar eigenlijk recht op heeft. Burgemeester ben je 24 uur per dag. Je leeft in een glazen huis en alles wordt onder een vergrootglas gelegd. Dat geldt zeker voor Onno Hoes na alle publiciteit van vorig jaar. Aan de andere kant kun je je afvragen waarom deze Robbie Hasselt juist nu met deze informatie naar buiten treedt en of er geen opzet in het spel is om Onno Hoes bewust in een kwaad daglicht te zetten. We kunnen in ieder geval stellen dat de burgemeester van Maastricht in deze situatie te naïef is geweest. Maar is hij daardoor niet of minder geschikt als burgemeester?

Wethouder Eitjes (VVD) Maassluis stapt op

Wethouder Eitjes (VVD) Maassluis stapt op 150 150 integriteit.nl

De inmiddels ex-wethouder Huub Eitjes raakte in opspraak vanwege zijn rol in de affaire rond Theater Koningshof. Hij zou zich schuldig hebben gemaakt aan belangenverstrengeling. Onlangs kondigde hij tijdens een persconferentie zijn vertrek aan.

In augustus vorig jaar werd de broer van de wethouder interim-directeur bij Theater Koningshof. Het theater krijgt een jaarlijkse subsidie van de gemeente van 70.000 euro. Huub Eitjes was daar als wethouder politiek verantwoordelijk voor. Vorige week werd bekend dat er 40.000 euro is gestort op de bedrijfsrekening van wethouder Eitjes voor zijn broer Pim (die bij dat bedrijf werkt). Hij bleek zich tegen de afspraken in te hebben laten uitbetalen voor zijn managementwerkzaamheden bij Theater Koningshof. Wethouder Huub Eitjes verzuimde het college hierover te informeren.

De wethouder zei tijdens de persconferentie zich van geen kwaad bewust te zijn: ‘Mijn rol was altijd zuiver en integer’. De VVD heeft aangegeven binnen een maand een opvolger voor Eitjes naar voren te schuiven.

Reactie Robbert-Jan Eekhout van Integriteit.nl
Er zijn integriteitscasussen waar je het hoofd over kunt breken en waar je, na het uitvoeren van een grondig feiten- en waardenonderzoek, met uiterste terughoudendheid en voorzichtigheid tot een conclusie komt. Dit is (overduidelijk) niet zo’n casus. Alles wijst op belangenverstrengeling; al dan niet (voor de kritische lezer onder ons) wekt het de schijn van belangenverstrengeling. Het is dan ook zorgwekkend dat de wethouder zich helemaal van geen schuld bewust lijkt te zijn, en zijn optreden ‘’zuiver en integer’’ noemt. Dit kan enerzijds zijn omdat hij te trots en koppig is om zijn fout toe te geven, anderzijds omdat hij ervan overtuigd is naar eer en geweten te hebben gehandeld. In het eerste geval is er weinig aan te doen de man heeft een onderontwikkeld verantwoordelijkheidsbesef en dit valt onder het terrein van de psychologie. Echter wijst de praktijk uit dat een groot deel van de integriteitsschendingen wordt veroorzaakt door een te beperkte kennis van de afspraken (consensus over integriteit) door de handelende actor. In het kader van integriteitsmanagement is het laatste interessant(er) omdat dit (makkelijker) vermeden kan worden.

Ongeacht of hij zich wel of niet bewust was van de ernst van de situatie, moeten we niet te licht denken over (de schijn van) belangenverstrengeling. Belangenverstrengeling van een bestuurder berokkent schade aan het broodnodige vertrouwen dat de burger in de overheid moet hebben om haar gezag en beleid te legitimeren. Wanneer er afbreuk wordt gedaan aan dit vertrouwen dan zaagt men aan de poten van de rechtstaat.

Wat we van deze casus kunnen leren is hoe belangrijk het in de alledaagse praktijk is om elkaar scherp te houden. Mensen begaan de meeste fouten zonder daar erg in te hebben. Spreek collega’s aan wanneer ze een fout begaan of dreigen te begaan. Informeer ze wanneer je het gevoel hebt dat ze onvoldoende de regels/afspraken kennen. Het is mens eigen om zowel de eigen kennis als die van de mensen om ons heen zowel te overschatten als te onderschatten. Zo hoor ik in de trainingen regelmatig een deelnemer roepen: “dat weet toch iedereen!” terwijl het voor het grootste deel van de groep helemaal niet zo vanzelfsprekend is.

Wat een ander niet weet

Wat een ander weet

Wat ik weet

Blinde vlek

Wat iedereen weet

Wat ik niet weet

Wat niemand weet

Blinde vlek

Alleen wanneer we elkaars blinde vlek dekken zijn we in staat om de “integriteitslat” tegen het plafond te leggen.

Staatssecretaris Van Rijn integer?

Staatssecretaris Van Rijn integer? 150 150 integriteit.nl

Van Rijn senior brengt zijn zoon, staatssecretaris van het ministerie van Volksgezondheid, in een lastig parket. De man voelde zich genoodzaakt het Algemeen Dagblad (AD) in te schakelen, omdat hij de falende zorg voor zijn demente echtgenote door zorgaanbieder WZH niet langer door de vingers kon zien.

Een mediacircus volgde en de staatssecretaris werd gedwongen zich te verantwoorden in het programma Pauw. De vader van de staatssecretaris was ook uitgenodigd, maar meldde zich op het laatste moment af. De rel omtrent Van Rijn was compleet toen een paar dagen later bleek dat de woordvoerder van de staatssecretaris had geprobeerd publicatie van het artikel tegen te houden. Uiteindelijk is het tot een compromis gekomen en heeft de redactie van de krant besloten de relatie tussen vader en zoon Van Rijn buiten beschouwing te laten.

Het voorval tussen het AD en de woordvoerder is zonder meer een interessant integriteitsvraagstuk. Het is echter een op zichzelf staande kwestie en vraagt daarom om een afzonderlijke reactie.

Reactie Robbert-Jan Eekhout van Integriteit.nl
Het mediacircus omtrent de falende zorg voor de moeder van de staatssecretaris lijkt zich te ontpoppen tot een waar Grieks drama voor de familie Van Rijn. De oppositie ruikt bloed en stelt de integriteit van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ter discussie. Hoe kan iemand een integer staatssecretaris zijn als de zorg voor zijn eigen moeder zodanig ondermaats is dat er onmenselijke situaties zich voordoen? Als bureau gespecialiseerd in integriteit, trachten wij dit vraagstuk te beantwoorden.

Werk en privé
Wat in deze situatie pijnlijk duidelijk wordt, is hoe werk en privé soms ongunstig kruisen. In een moderne samenleving nemen de meeste van ons een grote verscheidenheid in rollen aan. Zo ook Van Rijn. Hij vervult de rol van zoon, staatssecretaris, burger enzovoorts. Het komt geregeld voor dat de verschillende rollen die een persoon inneemt op gespannen voet komen te staan met elkaar. Om iets te zeggen over de integriteit van Van Rijn is de eerste stap te onderzoeken wat het betekent om integer te zijn in de verschillende sociale rollen. Met het oog op relevantie en lengte van het artikel, maak ik slechts onderscheid tussen twee rollen: de professionele en de privé-rol.

Een breed gedragen definitie van bestuurlijke integriteit in de publieke sector luidt als volgt: Een integer bestuurder handelt conform de normen en waarden van de rechtstaat. Van Rijn kiest er bewust voor een staatssecretaris te zijn voor het hele volk en niet alleen voor zijn moeder. Hij kiest er dan ook voor de waarde van gelijkheid in alle gevallen borgen en maakt dus geen uitzondering voor zijn eigen moeder. Met het oog op bovenstaande definitie is dit dus uitermate integer gedrag van de staatssecretaris, waarin hij de fundamentele rechtsstatelijke waarde gelijkheid zelfs in persoonlijk gevoelige situaties waarborgt.

Een belangrijk gegeven ten opzichte van de rechtsstatelijke definitie van integriteit, is dat de integriteit van de staatssecretaris los moet worden gezien van de mening of je het eens bent met het gevoerde beleid. Hij houdt zich aan de meest fundamentele waarden van de rechtstaat die van belang zijn voor de beoordeling van de integriteit.en zou daar dan ook niet inhoudelijk op mogen worden afgerekend. In het recht zullen ze zeggen: er wordt (formeel) op de vorm getoetst en niet de (materiële) inhoud. In de rechtsstatelijke definitie van integriteit kan een persoon integer zijn (of deugen), zonder dat zijn gevoerde beleid deugd.

Daarentegen wordt integriteit in sommige definities ook breder benaderd en wordt vakbekwaamheid meegenomen in het beoordelen van de integriteit van een persoon. Als we bij het beoordelen van de integriteit van de staatssecretaris vakbekwaamheid meenemen, kan deze casus een aanleiding zijn om de integriteit van de staatssecretaris VWS ter discussie te stellen. Hij slaagt er niet in het verzorgingshuis WZH van een ‘acceptabel’ niveau van zorg te voorzien. Daarbij moet de kanttekening worden geplaatst dat de casus op zichzelf niet afdoende is te concluderen dat Van Rijn onbekwaam is. Dat zou te kort door de bocht zijn. Hij staat immers niet enkel aan het hoofd van deze zorginstelling, maar ook van vele andere.

Het voorgaande in acht genomen, is het enkel toe te juichen dat er gisteravond (18-11-2014) naar aanleiding van de casus een Kamerdebat is gehouden waarin het gevoerde beleid en daarmee het functioneren (dus ook bij andere zorginstellingen) van de staatssecretaris (VWS) ter discussie is gesteld.

Naast zijn bestuurlijke rol kunnen we ons afvragen in hoeverre Van Rijn in zijn privé-rol integer is. Of iemand een integer(e) zoon, vader of familielid is, is sterk afhankelijk van de heersende normen en waarden in de maatschappij. Deze zijn vaak verre van concreet. Zo bestaan er geen rigide regels over wat een goede invulling is van de privé-rol. En dit is maar goed ook. We zouden in een enge deterministische maatschappij leven wanneer dit wel het geval is. Daarentegen is het ook naïef te zeggen dat er geen maatschappelijke richtlijnen bestaan. Zo zijn er in onze cultuur wel degelijk opvattingen over wat (on)gewenste omgangsvormen zijn en zo ook met betrekking tot onze ouders. In Nederland kennen wij – in vergelijking met de rest van de wereld – een sterke vorm van individualisme. Het wordt dan ook als ‘normaal’ beschouwd om na het voltooien van de opvoeding enige afstand te nemen van onze ouders. Met als resultaat dat de meeste (volwassen) Nederlanders hun ouders niet meer op dagelijkse basis zien en we door de jaren heen op steeds grotere afstand van hen zijn gaan wonen. Het is naar mijn mening dan ook te stellen dat Van Rijn (voor Nederlandse begrippen) intensief contact onderhoudt met zijn moeder. Zo gaat hij ondanks zijn drukke baan minimaal een keer in de twee weken langs bij haar.

Wanneer ik aan de hand van de verschillende integriteitdefinities en sociale rollen een balans opmaak, scoort Van Rijn goed ten opzichte van integriteit. Hij is principieel als het gaat om het naleven van de rechtsstatelijke waarden en in zijn privé-rol onderhoudt hij intensief contact met zijn moeder. Alleen omtrent vakbekwaamheid moet de komende tijd nog blijken hoe goed Van Rijn functioneert.

Eindelijk meer duidelijkheid in zaak Van Rey

Eindelijk meer duidelijkheid in zaak Van Rey 150 150 integriteit.nl

Na jaren van onderzoek is er nu eindelijk meer duidelijkheid in de corruptiezaak rond de voormalig Roermondse VVD-wethouder Jos van Rey. Het onderzoek tegen Van Rey loopt al sinds oktober 2012. De oud-wethouder wordt er onder meer van verdacht 175.000 euro te hebben witgewassen. Ook wordt hem (passieve) ambtelijke omkoping en verkiezingsfraude ten laste gelegd. In december volgt de definitieve aanklacht. Eind januari 2015 moet Van Rey voor de rechtbank in Rotterdam verschijnen.

Regiezitting
De Rijksrecherche, de FIOD en de rechter-commissaris hebben in totaal meer dan 200 getuigen gehoord. De zitting in Rotterdam is een zogeheten regiezitting. In een dergelijke zitting spreekt de rechter zich uit over de voortgang van het onderzoek. Wanneer de zaak inhoudelijk wordt behandeld is vooralsnog onbekend.

Politieke onrust in Kerkrade
Van Rey is een goede bekende van de eveneens gedagvaarde Piet van Pol die ook wordt verdacht van omkoping. Het bedrijf van Piet van Pol is nauw betrokken bij een miljoenenproject in Kerkrade om het centrum opnieuw in te richten. Hij en Van Rey zouden vastgoeddeals hebben gesloten toen Van Rey nog wethouder was in Roermond. Vrijwel de gehele oppositie in Kerkrade wil dat het projectontwikkelingsbedrijf van Piet van Pol niet langer betrokken wordt bij het herontwikkelingsplan van het centrum van Kerkrade. Dat meldde de Limburgse omroep L1 onlangs.

Liberale Volkspartij
Vanwege de ontstane commotie stapte Van Rey in het najaar van 2013 uit de VVD-fractie en richtte, samen met een groepje volgelingen, de Liberale Volkspartij Roermond op. De partij van de van onder andere omkoping verdachte Jos van Rey behaalde bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 meteen een grote verkiezingsoverwinning.