Het persbericht van het Openbaar Ministerie (OM) bevatte slechts vijf zinnen, maar kon het explosieve karakter van de mededeling niet verhullen; of het was misschien juist een uiting ervan. Een week geleden bracht dat OM een ontuchtschandaal in eigen gelederen naar buiten met ‘een hoge leiding- gevende’ in de hoofdrol. En zoals dat gaat in onze mediacratie wordt al snel duidelijk dat het hier gaat om Mr. Vincent L., die nog geen jaar geleden is bevorderd tot plaatsvervangend hoofdofficier van het Functioneel Parket.
Dat Parket is verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging van criminaliteit op het gebied van milieu, economie en fraude. L. zou volgens de aanklacht tegen betaling seks hebben gehad met een minderjarige jongen. Daarom is tegen hem een straf- rechtelijk onderzoek gestart en hangende die procedure is en blijft hij geschorst totdat duidelijk is of hij wel of niet zal worden vervolgd. Overigens is hij inmiddels weer op vrije voeten omdat de kans op herhaling door de rechter-commissaris als nihil wordt beschouwd; maar hij blijft verdachte.
Het OM is door de zaak in grote verlegenheid gebracht omdat men daar de laatste jaren actief jacht maakt op mannen die betalen voor seks met minderjarigen. Zo eiste het OM hoge celstraffen in de zogeheten Valkenburgse zedenzaak uit januari 2015, waarin een 16-jarig meisje gedwongen werd tot seks met tientallen mannen. “Deze zaken moeten ook een preventieve werking hebben”, zo verklaarde advocaat-generaal Hans Pieters van het OM indertijd. Maar de aanhouding van zijn collega Vincent L. ruim twee jaar later steekt daarbij extra schril af.
Scheidend OM-topman Herman Bolhaar is geschokt over de arrestatie van zijn hoofdofficier: “De hele zaak ligt mij als een steen op de maag. Dit raakt direct aan onze professionaliteit en verantwoordelijkheid. Het Openbaar Ministerie en zeker de leidinggevenden behoren een voorbeeldfunctie vervullen. Zedenzaken zijn voor ons een speerpunt, zeker als er minder- jarigen bij betrokken zijn. We nemen deze kwestie zeer hoog op.” Ook collega’s bij het Functioneel Parker zijn zwaar aangeslagen door de verdenking van hun baas. Niemand had ook maar enig vermoeden dat deze ambitieuze jurist zich met dit soort zaken inliet. “Vincent had hier een glansrijke carrière in het verschiet. Ik snap niet dat hij dat allemaal op het spel heeft gezet”, aldus een collega.
Maar er heerst ook boosheid op het kantoor aan het IJdok in Amsterdam, omdat hun baas mogelijk de organisatie met zijn gedrag heeft beschadigd. Die gevoeligheid voor dit onderwerp heeft ook alles te maken met het zogeheten Rolodex-onderzoek uit de jaren 1997-1998. Daarbij kwamen drie hoofdofficieren in beeld omdat zij mogelijk betaalde seks hadden gehad met minderjarige jongens. Die zaak is vooralsnog geseponeerd, maar tegen een bepaalde hoofdofficier is destijds wel rapport opgemaakt en geen van de drie hoofdofficieren werkt nu nog bij het OM.
Reactie Job de Haan Integriteit.nl: Hoe pijnlijk de kwestie ook is voor het OM, het is ook goed om de zaak in perspectief te zien. Men neme een organisatie waar circa vijfduizend mensen werken. Net als in ieder bedrijf worden hier grote en kleine fouten gemaakt. De meeste daarvan worden, net als elders, intern onderzocht en opgelost. Bij het Openbaar Ministerie is dat anders geregeld. Juist vanwege de belangrijke en gevoelige taak van dit overheidsorgaan is men sinds 2012 precies bij gaan houden wie van de medewerkers in de fout ging.
Deze meldingen worden gedaan in het kader van het OM-integriteitsbeleid dat erop gericht is de alertheid en meldingsbereidheid van OM’ers bij integriteitskwesties te vergroten. Volgens de laatste rapportage, begin dit jaar, van het Bureau Integriteit OM, leverde dat in vier jaar tijd 137 meldingen op, waarbij in 117 gevallen een sanctie is opgelegd. In acht gevallen in drieënhalf jaar betrof dit officieren van justitie. De meeste medewerkers hebben een mondelinge dan wel schriftelijke berisping gekregen; die laatste kan een belemmering zijn bij het maken van promotie. Het gaat over medewerkers van hoog tot laag van officieren tot stagiaires en van lichte vergrijpen – het niet-registreren van vrije dagen – tot aanklagers die ernstig hun boekje te buiten gaan, zoals dronken op de zitting verschijnen. Die laatste categorie is de meest zorgwekkende als het gaat om de geloofwaardigheid van het OM. “Zij hebben een voorbeeldfunctie. Zij klagen mensen aan. Zij eisen straffen. Wanneer zijzelf de mist ingaan is dat echt heel vervelend”, aldus Kitty Nooy, hoofd van het Bureau Integriteit Openbaar Ministerie. Overigens wordt vervolging voor interne misstanden zelden ingesteld omdat er geen sprake is van een strafbaar feit, wel van verwijtbaar handelen. Tot zover het meer algemene beeld tot en met 2016. Maar met de aanhouding van plaatsvervangend hoofdofficier Vincent L. is er sprake van een overtreffende trap als het gaat om de ernst van het (zeden)delict. Men heeft immers al een dubieuze geschiedenis op dit punt en in de Valkenburgse zedenzaak is men al eens keihard opgetreden, met de rechtvaardiging dat van de hoge eisen preventieve werking zou uitgaan.
Met de affaire Vincent L. staat de geloofwaardigheid van het OM zelf op het spel. Daarom is het volkomen juist dat men hier direct openheid van zaken over heeft gegeven en hopelijk zelfs maar de schijn van een doofpot zal willen vermijden. Geen enkele organisatie, zeker niet van een dergelijke omvang, kan garanderen dat iedere werknemer zich gedraagt zoals het behoort, maar elk geval is er één en hoe ernstiger het vergrijp, des groter de schade. Het OM zal zich hard moeten inspannen om het geschonden vertrouwen te herstellen.