We vertrouwen zorgverleners met ons lichaam, onze kwetsbaarheid en ons welzijn. Juist daarom komt het extra hard aan als dat vertrouwen wordt geschonden. Recent onderzoek door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) legt schokkende cijfers bloot over seksueel grensoverschrijdend gedrag door zorgverleners. Wat blijkt? Het probleem is veel groter dan gedacht.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag komt ook in de zorg voor. De gevolgen zijn groot, zeker in een sector waar mensen zich kwetsbaar opstellen en vertrouwen centraal staat. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) trekt opnieuw aan de bel: zorgorganisaties moeten actiever aan de slag met dit thema. Een meldpunt en protocol zijn niet genoeg — het gaat om cultuur, lef en doen wat nodig is.
Het gaat om incidenten uit allerlei zorgsectoren – van ziekenhuizen tot GGZ, en van tandartsen tot de wijkverpleging. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) noemt de cijfers “zeer schokkend” en waarschuwt dat de werkelijke omvang van het probleem waarschijnlijk nog groter is. Veel slachtoffers melden namelijk niets. Schaamte, schuldgevoel, angst om niet geloofd te worden of om hun zorgtraject te verliezen – het speelt allemaal mee.
Wat heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd onderzocht?
Op 25 maart ’25 publiceerde de IGJ een rapport over hoe zorgaanbieders omgaan met meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De conclusie? Er gebeurt te weinig. Veel organisaties hebben wel een protocol of meldpunt, maar in de praktijk blijkt dat medewerkers vaak niet weten hoe of waar ze kunnen melden. En nog zorgelijker: slachtoffers voelen zich regelmatig niet gehoord of gesteund.
De inspectie onderzocht 91 meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag, waarvan een deel leidde tot tuchtrechtelijke maatregelen, interne sancties of ontslag. Maar wat vooral opvalt, is dat een groot deel van de instellingen te laat of helemaal niet handelde. In sommige gevallen bleven zorgverleners die grensoverschrijdend gedrag vertoonden maandenlang actief op hun werkplek.
Een voorbeeld uit het rapport: een cliënt meldde seksueel grensoverschrijdend gedrag bij haar behandelaar. De organisatie deed maandenlang niets met de melding, waardoor de behandelaar in de tussentijd nog met andere cliënten werkte. In een ander geval ging het om een werknemer die al eerder was aangesproken op zijn gedrag, maar waarbij geen vervolgstappen werden gezet. Pas toen een tweede melding kwam, volgde actie.
Pas actie bij druk van buiten
Wat opvalt, is dat zorginstellingen vaak pas in actie komen, als de druk van buiten toeneemt. Interne meldingen worden niet altijd serieus genomen of blijven hangen bij een vertrouwenspersoon. Soms wordt de beschuldigde overgeplaatst of ‘met een regeling’ de organisatie uit gewerkt – zonder dat de kern van het probleem wordt aangepakt. Dat is niet alleen pijnlijk voor slachtoffers, maar ook risicovol voor nieuwe cliënten en collega’s.
Als organisatie iets doen tegen grensoverschrijdend gedrag betekent meer dan reageren op incidenten. Ook is alleen beleid op papier niet genoeg. Een veilige cultuur vraagt om voortdurende aandacht. Om leidinggevenden die het goede voorbeeld geven, en om teams die ruimte voelen om grenzen te benoemen. De inspectie adviseert zorgorganisaties om trainingen te organiseren, interne gesprekken te voeren en actief te leren van incidenten.
Belangrijk daarbij is vragen stellen. Wat zijn onze blinde vlekken? Zijn onze protocollen echt voldoende, of zijn ze vooral gericht op het afdekken van risico’s? Wordt integriteit besproken in functioneringsgesprekken, of alleen als het misgaat? En weten medewerkers waar ze terechtkunnen met hun zorgen – ook als ze twijfelen?
Een belangrijk signaal uit het rapport is dat er weinig wordt geleerd van eerdere meldingen. De kennis die ontstaat bij een incident blijft vaak beperkt tot een kleine groep mensen. Door actief te reflecteren en die lessen breder te delen, kunnen organisaties veel winst boeken. Wat ging er mis? Wat kunnen we een volgende keer anders doen? En hoe zorgen we ervoor dat collega’s zich gesterkt voelen om eerder aan de bel te trekken?
Werken aan de cultuur
De IGJ benadrukt dat het niet alleen gaat om het aanpakken van incidenten, maar om het opbouwen van een cultuur waarin iedereen zich verantwoordelijk voelt voor sociale veiligheid. Geen ‘afvinklijstje’, maar een doorlopend gesprek over integriteit, macht en grenzen. Niet alleen in crisissituaties, maar juist ook in de dagelijkse praktijk.
Een open cultuur creëren vraagt om tijd, aandacht en lef. Lef om het ongemakkelijke gesprek niet uit de weg te gaan. Lef om elkaar aan te spreken op gedrag. En vooral: lef om veiligheid centraal te stellen, boven imago of ongemak.
Het goede nieuws? Dit is te leren. Door gesprekken te oefenen, door duidelijke kaders te geven én door te laten zien dat melden werkt. Niet om mensen te veroordelen, maar om patronen te doorbreken.
Bij Integriteit.nl helpen we organisaties uit de zorg en andere sectoren om integriteit bespreekbaar te maken. Met trainingen voor medewerkers en leidinggevenden en een compleet programma rondom integriteit voor de hele organisatie. Want een veilige zorg begint met het lef om eerlijk te kijken – naar jezelf én naar elkaar.
Meer weten?
Wilt u meer weten over wat wij voor uw organisatie kunnen betekenen? Neem dan gerust contact met ons op en we helpen u graag verder.
door Esther van Gaal (trainer)
esther@integriteit.nl
06 – 38 77 17 22

Op de hoogte blijven?
Meld u aan voor onze nieuwsbrief!
Hoe wij u kunnen helpen met integriteit?
Vraag hier onze digitale brochure aan