Van alle geconstateerde soorten integriteitsschendingen in het afgelopen jaar, zijn misbruik en manipulatie van vertrouwelijke informatie (zoals lekken) en belangenverstrengeling het meest problematisch voor het functioneren van het openbaar bestuur – vooral als er vastgoed in het spel is. De VVD voert daarbij voor de derde opeenvolgende keer de rij aan met de meeste affaires en ook de aard van de integriteitsproblemen in deze partij is het ernstigst. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten uit het overzicht van landelijke en lokale politici die in opspraak zijn gekomen volgens de jaarlijkse Politieke Integriteits Index.
Getalsmatig zijn de integriteitsschendingen de volgende: het lekken van vertrouwelijke informatie vond zeventien keer plaats, onverenigbaarheid van functies en belangenverstrengeling was twaalf keer aan de orde en de klassieke ‘greep in de kas’ gebeurde viermaal, allemaal voor zover dit aan het licht is gekomen.
De recente affaires rond de VVD’ers Mark Verheijen en Kathalijne de Kruif (zit vast ‘in beperking’ verdacht van manipulatie van informatie, betrokkenheid bij wietteelt en witwassen) hebben speciaal de schijnwerper gericht op de VVD. Dat is niet toevallig want deze heeft (ook de grootste partij) ook over het algemeen de meeste integriteitsschendingen.
Verheijen en De Kruif brachten het totaal aantal affaires waar VVD’ers bij betrokken zijn op veertien in vergelijking met de Index van vorig jaar. Voor de PvdA staat die teller op vijf, evenals voor het CDA en voor D66 op drie. Tegen negen VVD’ers lopen er strafrechtelijke onderzoeken of processen en de zaken waar het om gaat zijn bij deze partij ook het ernstigst. Wie de totale hoeveelheid straf die VVD’ers de afgelopen jaren verzamelden bij elkaar optelt dan is de oogst: 85 maanden celstraf, 880 uur taakstraf plus kleine extra sancties. In diezelfde periode kregen PvdA’ers geen celstraf, wel 680 uur taakstraf, CDA’ers ook geen celstraf, wel 240 uur taakstraf en één GroenLinkser met 180 uur taakstraf. Bij de PvdA lopen nog drie strafrechtelijke onderzoeken.
Zoals gezegd is misbruik van informatie de meest voorkomende vorm van integriteitsschending. Dan gaat het niet alleen om staatsgeheimen of gevoelige commerciële of juridische informatie maar ook bijvoorbeeld om de namen van sollicitanten. Daar hoort wel een kanttekening bij. Het gaat niet altijd om opportunistisch lekken, er zijn ook raadsleden die principieel vinden dat sommige geheime stukken openbaar horen te zijn en daarnaar handelen.
Uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van de raadsleden de motivatie om zaken geheim te houden niet helder vindt. Bestuurslid Douwe Oosterveen van de Vereniging van Raadsleden: “Geheimhouding beperkt het functioneren van een raadslid. Die gegevens mag je niet meenemen in het debat. Het college is nogal eens geneigd om stukken niet openbaar te maken, omdat ze niet welgevallig zijn”. Dat is des te riskanter omdat gemeentes bezuinigen op hun rekenkamers en de lokale pers als waakhond grotendeels is verdwenen. Ten slotte concludeert de PPI dat alle wettelijke regels voor transparantie, integriteit en codes voor zuiver bestuurlijk handelen nodig zijn, maar niet de kern van de zaak. “Integriteit is een klassieke deugd die van binnen zit.
Veel politici lijken integriteit nog steeds te zien als een van buitenaf opgelegde verplichting: “Integer, omdat het moet”. Zo is het opvallend dat politici zelden uit zichzelf aftreden en pas opstappen als de druk van buiten te groot wordt”.
De Politieke Integriteits Index (PPI) wordt sinds 2013 samengesteld door Bart de Koning, in samenwerking met Vrij Nederland, Leo Huberts, hoogleraar bestuurskunde aan de VU en Muel Kaptein, hoogleraar integriteit aan de Erasmus Universiteit. Bovenstaande is een verkorte weergave van de PPI 2014. Het integrale overzicht van de Index is gepubliceerd in Vrij Nederland van 14 maart 2015