Net als vorig jaar heeft het CDA de twijfelachtige eer de partij te zijn met de meeste laakbare integriteitskwesties van alle politieke partijen in Nederland. Dat blijkt uit de Politieke Integriteitsindex 2021 (PII), die ieder jaar wordt opgesteld door de Erasmus Universiteit en de Vrije Universiteit, in samenwerking met de Volkskrant.
In totaal telden de onderzoekers 52 affaires. Het CDA staat bovenaan met elf affaires, op de voet gevolgd door de VVD met negen affaires. GroenLinks kwam met zes uit de bus en D66 vier. Lokale partijen telden er samen elf. Het totaal van 52 afgelopen jaar ligt iets hoger dan in 2020, toen er 45 kwesties speelden. In 2019 waren er 42 affaires en in 2018, net als nu, 52. De Politieke Integriteitsindex schommelt steeds rond die aantallen en inventariseert jaarlijks welke Nederlandse politici publiekelijk in opspraak zijn geweest, bijvoorbeeld vanwege grensoverschrijdend gedrag in de werk- of privésfeer, belangenverstrengeling, fraude of corruptie, dubieuze nevenactiviteiten en ongewenste omgangsvormen.
Stuivertje wisselen
Sinds de PII in 2013 voor ’t eerst werd opgesteld, eindigde de VVD acht keer op de eerste plaats. Maar vorig jaar stootte het CDA de liberalen van de toppositie en prolongeren die in 2022. Dat laatste kwam voornamelijk door partijleider Wopke Hoekstra en de schandalen rond het CDA in Limburg. In februari schaatste de demissionaire minister van Financiën met olympisch kampioen Sven Kramer een rondje op de ijsbaan in Heerenveen. Er kwam een storm van kritiek op zijn publiciteitsstuntje, omdat recreanten er door coronamaatregelen al maanden niet mochten schaatsen. En hoewel het adagium bij crisissituaties luidt dat je “in een vlek niet moet wrijven”, was het CDA zo onverstandig om deze stunt ook nog eens als (herhaald) verkiezingsspotje te vertonen. En in oktober vorig jaar kwam uit dat Hoekstra tot vlak voor zijn aantreden als minister in 2017 een brievenbusfirma had op de Maagdeneilanden, een erkend belastingparadijs. Hij overtrad daarmee weliswaar geen wetten, maar pijnlijk was het wel.
Limburg hofleverancier
De eerste plaats op de Index 2021 komt mede voort uit een fors schandaal rond vriendjespolitiek in Limburg, waarmee het CDA sinds 2020 kampt. Dat schandaal kostte ook vorig jaar weer de nodige politici de kop. Verschillende gedeputeerden, burgemeesters en wethouders moesten aftreden. Overigens toonde het recente onderzoek ‘Engelen bestaan niet’ over de bestuurscultuur in Limburg aan, dat belangenverstrengeling niet was aangetoond, maar dat het bekleden van nevenfuncties wel de schijn van belangenverstrengeling heeft gewekt. De affaire rond het CDA-provinciebestuur laat zien dat bestuurders vaak benadrukken dat ze niets hebben gedaan wat juridisch ongeoorloofd was. Er zijn geen regels overtreden, ze hebben zich niet verrijkt of ze hebben geen vriend bevoordeeld. “Maar”, volgens advocaat en Eerste Kamerlid Hugo Doornhof (CDA), “dat is niet altijd het hele verhaal. Je moet onderscheid maken tussen wat juridisch verboden is en wat bestuurlijk-ethisch gezien niet is toegestaan.
Vreemde eend in de bijt
Waar het schenden van regels meestal direct excuses opleverde van de overtreders, zoals Wopke Hoekstra na zijn schaatsescapade en minister Ferd Grapperhaus na het negeren van de anderhalve meter afstand tijdens zijn huwelijk – deed Forum voor Democratie van Thierry Baudet het tegenovergestelde. Voor die partij, zo zegt het rapport, “is het een bewuste strategie om regels te overtreden”. De FvD-leider ging met veel publicitaire tamtam naar Urk om daar voor de camera’s handen te schudden en te poseren met zijn fans, waarmee hij dus ook bewust de anderhalvemetermaatregel schond. Het leverde hem een boete op van 95 euro.
Een andere overtreding van (ongeschreven) regels van de Tweede Kamer staat op naam van FvD-parlementariër Pepijn van Houwelingen. Deze bedreigde D66-collega Sjoerd Sjoerdsma in een debat met: “Uw tijd komt nog wel. er komen tribunalen”. Sjoerdsma nam deze opmerking hoog op, maar Van Houwelingen verklaarde later dat hij “absoluut geen spijt” had en derhalve geen excuses aanbood.
#MeToo en de politiek
De grensoverschrijdende affaires die in 2022 ook het Binnenhof in hun greep kregen, begonnen in de zomer van vorig jaar. In juli trad de Amsterdamse SP-wethouder Laurens Ivens af nadat vier vrouwelijke ambtenaren een klacht tegen hem hadden ingediend. Ook de gekozen lijsttrekker van de SP, Tiers Bakker, legde zijn functie na twee weken neer nadat bleek dat hij eerder betrokken was geweest bij huishoudelijk geweld. Het Kamerlid Sidney Smeets van D66 moest vlak na de verkiezingen alweer opstappen, omdat hij eerder als advocaat seksueel getinte berichtjes had gestuurd aan minderjarige jongens. Ook verschenen er berichten in NRC en Telegraaf over Tweede Kamerlid Dion Graus die fractiemedewerkers seksueel zou hebben misbruikt. Hij werd niet vervolgd wegens gebrek aan bewijs.
Bestuurscultuur en integriteit
Leverde voornoemd ‘wangedrag in de privésfeer’ jarenlang de meeste affaires op in de PII, afgelopen jaar bleek ‘belangenverstrengeling’ met 21 affaires de grootste categorie. Een deel daarvan komt voor rekening van de schandalen in Limburg waar een aantal CDA-politici zichzelf en elkaar jarenlang lucratieve deals en klussen heeft toegeschoven. Verder is de stijging te verklaren door problemen rond partijfinanciering, de draaideur tussen politiek en bedrijfsleven, dubbele functies en vastgoedbelangen van lokale politici. Zo kent Nederland geen goede regels om transparantie rond partijfinanciering af te dwingen. Ook de (tussentijdse) overstap van politici naar het bedrijfsleven om als lobbyist te gaan werken met kennis van vertrouwelijke informatie, doet regelmatig de wenkbrauwen fronsen. Hier is over de hele linie sprake van structurele misstanden, zo laat de Europese anti-corruptiewaakhond GRECO jaar in, jaar uit weten. Volgens haar zijn Nederlandse politici streng voor hun burgers (cf. de toeslagenaffaire) maar hebben zij (te) weinig regels voor zichzelf opgesteld.
Grijs gebied
Het begrip ‘integriteit’ als bestuurlijk ijkpunt vindt dertig jaar geleden zijn oorsprong in een toespraak van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Ien Dales (PvdA) tijdens het VNG-jaarcongres in 1992. Sindsdien is het niet meer weg te denken uit wetten, partijprogramma’s, artikelen, rapporten en onderzoeken enz. terwijl een vastomlijnde definitie nog altijd niet voorhanden is. Het is blijkbaar een containerbegrip waar iedereen op verschillende posities in telkens wisselende contexten de eigen interpretatie aan kan, en soms, moet geven. Dat heeft grote voordelen omdat het de discussie in iedere situatie stimuleert en een helder beeld van het begrip kan worden aangescherpt. Nadeel is het risico dat onvergelijkbare grootheden naast elkaar in één overkoepelend begrip worden ondergebracht waarbij de vraag rijst of de ene overtreding niet laakbaarder is dan de andere. Zo hanteert de PII 2021 als criteria dat het gekozen of betaalde politici op alle bestuurlijke niveaus betreft. Het gaat om het overtreden van geldende morele waarden, normen en regels en om affaires die de publiciteit hebben gehaald. Een dergelijke ruime interpretatie doet wel de vraag rijzen of het soortelijk gewicht van een minister die in besloten kring geen afstand houdt of een coronaregels overtredende lijsttrekker even zwaar moet tellen als de constatering dat er bij de CDA-schandalen in Limburg vele malen blijk gegeven is van de schijn van belangenverstrengeling, waarbij grote belangen in het geding waren.
Job de Haan, nieuwsredacteur Integriteit.nl
Op de hoogte blijven?
Meld u aan voor onze nieuwsbrief!
Hoe wij u kunnen helpen met integriteit?
Vraag hier onze digitale brochure aan