“Een beetje integer kan best”, aldus minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken. Minister Plasterk vindt het te zwart-wit om aan te nemen dat mensen óf wel óf niet integer zijn en vindt het beter om toe te geven dat er een grijs gebied bestaat. Hij ziet integriteit als iets dat kan worden bevorderd. Op het eerste oog lijkt de uitspraak onverenigbaar met die van Ien Dales, voormalig minister van Binnenlandse Zaken (1989-1994). Zij zette het onderwerp integriteit eind vorige eeuw nadrukkelijk op de agenda door te stellen: “Een overheid kan niet en een rechtstaat zijn én niet integer. Een niet-integere overheid kan de rechtsorde niet handhaven. De overheid is of wel of niet integer. Een beetje integer bestaat niet”. Maar schijn bedriegt! Conform onze eigen integriteitstrainer kan de uitspraak van Plasterk (22 jaar na dato) worden gezien als een, dan wel onbedoelde maar desalniettemin, correcte interpretatie van Ien Dales.
Interpretatie Robbert-Jan Eekhout van Integriteit.nl
De uitspraak van Ien Dales is sinds ze hem introduceerde uitlopend geïnterpreteerd. Eén wijze waarop men de uitspraak kan interpreteren is: ‘mensen zijn integer of ze zijn het niet’. Er bestaat géén grijs gebied daartussen. Deze zienswijze blijkt echter in de praktijk veel te simplistisch en onhaalbaar, voornamelijk omdat deze opvatting veel te hoge eisen stelt aan mensen die van nature feilbare wezens zijn en per definitie dus niet volledig integer.
Ofschoon het veel makkelijker zou zijn geweest wanneer mensen óf wel óf niet integer zijn. Men had dan de ‘rotte-appel-methode’ kunnen toepassen: toetsen welke mensen niet integer zijn en deze simpelweg royeren uit de organisatie. In de praktijk blijkt echter dat we allemaal in staat zijn tot zowel integer als niet integer gedrag; de één laat het echter consequenter zien dan de ander. Zelfs de grootste moraalridder laat af en toe steken vallen. Zo kan iedereen (blijven) leren om meer integer te worden.
Het lijkt mij dan ook waarschijnlijker dat een mensen-mens als Ien Dales iets anders voor ogen had met deze uitspraak. Als we de uitspraak van Ien Dales onder de loep nemen, valt een taalnuance op. Zo spreekt zij niet over ‘individuen’ maar over ‘de overheid’. Wanneer we het over de overheid hebben, dan hebben we het vaak over het instituut. Met betrekking tot de uitspraak van Ien Dales zou dit dan betekenen dat het overheidsinstituut volledig integer moet zijn. Het instituut moet dan ook de lat ten aanzien van integriteit tegen het plafond leggen en zodoende ernaar streven (bijvoorbeeld in haar missie, visie en beleid) om haar werknemers (volledig) integer te maken. Ook al zou dit streven nooit behaald worden, is het als doelstelling een nuttig uitgangspunt. Want het gevaar ligt op de loer wanneer de overheid marchandeert ten aanzien van de integriteitsdoelstellingen, integriteit al snel een glijdende schaal wordt. Met alle gevolgen dien.
Zodoende gaan we bij integriteit.nl mee met de uitspraak van minister Plasterk dat mensen best “een beetje integer” kunnen zijn. In onze filosofie kunnen dan ook alle mensen, ongeacht hoe integer zij zichzelf vinden of zijn, leren om steeds meer integer te worden. Daarbij is de grootste deugd niet om integer te zijn (wat door onze feilbaarheid niet haalbaar is) maar het streven om steeds ‘integerder’ te worden, om zodoende te reiken naar een integere overheid.