Wie als werknemer in zijn bedrijf, organisatie of instelling het vermoeden van een misstand meldt, mag daarvoor door zijn werkgever niet worden gestraft. Dat is de kern van de Wet Huis voor Klokkenluiders die eindelijk na goedkeuring in de Tweede Kamer nu ook door de Eerste Kamer is aangenomen, nadat de Eerste Kamer de stemming daarover aanvankelijk had aangehouden omdat de senatoren nog teveel vragen hadden. De kerntaken van dit Huis zijn: rechtsbescherming voor klokkenluiders zoals een ontslagverbod en onderzoek naar meldingen van misstanden.
Wil een werknemer onder de regeling vallen, dan moet hij wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Hij of zij dient “te goeder trouw en naar behoren” het vermoeden van een misstand te melden en in dat geval mag zijn werkgever hem of haar tijdens en na behandeling van de klacht niet benadelen, laat staan ontslaan. De werkgever mag ook niet straffen door hem bijvoorbeeld vervelend te werk te laten doen of uit te zonderen van promotie. Wel moet de melding het individuele belang overstijgen, zoals gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid van personen of het milieu. Ook vermoedens van fraude of corruptie binnen een onderneming vallen onder de wet. Verder bepaalt de wet dat het niet uitmaakt of de melding intern bij de betrokken organisatie zelf is gedaan, bij de betrokken toezicht- houder of al meteen bij het Huis voor Klokkenluiders. Ten slotte zal iedere werkgever die meer dan vijftig mensen in dienst heeft, moeten zorgen voor een interne meldregeling.
Al met al is daarmee een einde gekomen aan een politieke discussie die vier jaar geleden begon. in mei 2014 was de Eerste Kamer nog lang niet zover en had men voornamelijk kritiek. Ook het kabinet en de werkgevers zaten toen niet te wachten op zo’n nieuwe beschermings- constructie voor melders van misstanden. Daarom zagen de zeven initiatiefnemers, waaronder SP, PvdA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie, zich genoodzaakt het voorstel in sterk aangepaste vorm opnieuw in te dienen. Per 1 juli gaat de wet in praktijk gebracht worden en is daarmee de eerste in zijn soort in Europa. Toch moet er in de praktijk nog veel uitgewerkt worden. Onduidelijk is nog hoeveel ondersteuning de vijf leden van het Huis krijgen en waar die zich gaan vestigen. Ook wat betreft de kosten is er nog een groot gat tussen de vier ton die minister Plasterk van Binnenlandse Zaken, waaronder het Huis valt, er jaarlijks voor uittrekt en de drie miljoen die de initiatiefnemers aan jaarlijkse kosten hebben beraamd.
Reactie Job de Haan van Integriteit.nl: Hoe fraai en terecht de nieuwe klokkenluidersregeling op papier ook lijkt, de praktijk zal straks een stuk weerbarstiger zijn. Wie een misstand meldt stuit vaak op een muur van onbegrip. Dit komt omdat het management de misstand bewust onder het vloerkleed wil houden of omdat de organisatie overheerst wordt door een angst- en intimidatie-cultuur. Dat laatste moet ervoor zorgen dat kritische werknemers de mond gesnoerd wordt. Meest recente voorbeeld is de zogeheten “Teeven-deal”. De ICT’ers die de opdracht hadden gekregen om met het zoeken naar het afschrift te stoppen, durfden daarmee niet bij de onderzoeks- commissie Oosting voor de dag te komen. Pas via een vertrouwelijk lekken naar Nieuwsuur werd het alsnog bekend. Het valt zwaar te betwijfelen of deze ICT’ers hun melding wel zouden hebben gedaan als de nieuwe wet al van kracht zou zijn geweest. Immers, een angst en intimidatie cultuur is niet gemakkelijk door wet- en regelgeving te bestrijden. Het is een uitingsvorm van mismanagement die primair door de topleiding en toezichthouder van een bedrijf of instelling bestreden zou moeten worden. En juist die top van een organisatie houdt een dergelijke cultuur vaak bewust in stand.
Weliswaar beschermt de wet de rechtspositie van de klokkenluider op papier, waarmee een ontslag op korte termijn inderdaad kan worden voorkomen, maar het kan absoluut niet verhinderen dat er een totaal verziekte werksfeer voor de klokkenluider ontstaat. En zo’n sfeer leidt vaak alsnog tot een zelf genomen ontslag of tot een arbeidsongeschiktheid welke uiteindelijk kan leiden tot een gedwongen ontslag na 2 jaar ziekte. Ook is het de vraag of de zelfmoord van Arthur Gottlieb begin 2014 met de nieuwe wet in de hand had kunnen worden voorkomen. Hij schreef een zwartboek over misstanden bij de Nederlandse Zorgautoriteit, maar dat was aan dovemansoren besteed. Een onderzoek kwam er wel, maar pas na en door zijn dood. Toch is initiatiefnemer Ronald van Raak (SP) optimistisch: “Het Huis gaat praktisch en mentaal hulp bieden aan klokkenluiders. Het is procesbegeleider en haalt de verantwoordelijkheid van de schouders van de klokkenluider. Vanaf het moment dat iemand binnenstapt, staat hij niet meer alleen.”
Met dank aan Annemarie Kas (NRC) en Antonie Kerstholt (Joop.nl)