Het vindt plaats in 1992 tijdens het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De aftrap wordt gegeven met een toespraak door minister Ien Dales van Binnenlandse Zaken. Iconisch daarin wordt haar uitspraak: “Een beetje integer kan niet”. Hoewel daar in later jaren genuanceerder over wordt gedacht – er is wel degelijk sprake van een grijs gebied – heeft Dales daarmee het integriteitsbeleid van de overheid voor eens en voor altijd op de kaart gezet. Afgelopen week bracht het CAOP, dat is het kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken in het publieke domein, een publicatie uit met daarin een hoofdstuk over de historie en de stand van zaken met betrekking tot integriteit in het openbaar bestuur. Auteur is prof. dr. Zeger van der Wal die de Ien Dales-leerstoel bekleedt.
Laten we beginnen met zijn conclusies: In het politieke en ambtelijke domein lijkt het erop dat het aantal integriteitsschendingen betrekkelijk stabiel is. Wat wel toeneemt is de aandacht voor incidenten rond ambtenaren en politici in de openbare ruimte. Dat komt alleen al door het glazen huis waarin bestuurders leven en werken zowel digitaal als 24 uur per dag, zeven dagen per week. Bovendien wordt gedrag dat ten tijde van Dales nog geaccepteerd werd, nu politiek en juridisch afgestraft. Dat heeft te maken met het feit dat wij ons zelf op dit gebied steeds strengere normen hebben opgelegd. Die ontwikkeling zal de komende jaren alleen maar doorgaan. We zullen dan ook ongetwijfeld blijven discussiëren over de vraag of de toegenomen aandacht voor integriteit een vloek of een zegen is. Dat kunnen we overigens tamelijk ontspannen doen omdat we ons over de feiten en cijfers niet al te grote zorgen hoeven maken: Het aantal integriteitsincidenten in het Nederlandse openbaar bestuur blijft relatief laag en beheersbaar en dat is de afgelopen jaren niet wezenlijk veranderd. Tot zover de geschiedenis: Klokkenluiders, machtsmisbruik, belangenverstrengeling, seksuele intimidatie, de afgelopen 25 jaar is integriteit een steeds grotere rol gaan spelen in beleid in alle overheidslagen.
Drie integriteitskwesties voor de toekomst
Vooruitblikkend ziet Van der Wal drie integriteitskwesties die in de toekomst een belangrijke rol zullen gaan spelen:
- Vervagende grenzen tussen werk en privé. De grens tussen wat privé is en wat zakelijk of voor je werk is vervaagt in een rap tempo door de ontwikkeling van sociale en nieuwe media. Nieuwe generaties werknemers versnellen dat proces, net als nieuwe werkvormen. Volgens Van der Wal roept dat allerlei vragen op: Hoe gedraag je je als functionaris en welk voorbeeld geef je als leidinggevende? Kun je op de sociale media die je gebruikt voor privédoeleinden, een politiek gekleurd standpunt plaatsen? Vrijheid van meningsuiting is een recht in de Grondwet. Tegelijkertijd stelt de Ambtenarenwet dat ambtenaren zich moeten onthouden van uitingen die hun werk of hun werkgever zou kunnen schaden. Veel gedragscodes stellen dat je 24/7 ambtenaar bent.
- Toenemende diversiteit. Wat ook steeds meer aandacht gaat vragen is bijvoorbeeld: Hoe leid je een afdeling waarbij openlijke transgenders samenwerken met behoudende christenen en moslims? Overheids-instanties zullen de komende tijd meer vrouwen, meer mensen met een kleur en meer jongeren in dienst krijgen. Dat zal tot meer spanningen op de werkplek gaan leiden en dus is de vraag: hoe zorg je ervoor dat medewerkers zich respectvol en fatsoenlijk naar elkaar opstellen en neutraal en professioneel blijven uitdragen waar de overheid of gemeente voor staat? Dat vergt een ander soort beleidsinstrumentarium, specifieke trainingen en aangepast leiderschap.
- Integriteit in de netwerksamenleving. Overheden zullen steeds vaker diensten van buiten in de arm nemen voor allerhande projecten. Dan komt ook integriteitsvraag aan de orde: In hoeverre ben je verantwoordelijk voor het gedrag van maatschappelijke en private partners? Hoe dek je risico’s af en welke afspraken maak je? En wat verklaar je als een van de partners in je netwerk over de grens gaat? Gedragscodes kunnen dit niet altijd afvangen. Wat helpt, aldus Van der Wal, is dit soort zaken bespreekbaar maken en houden. En in iedere situatie geldt: vergroot de bewustwording, bespreek telkens opnieuw wat de normen zijn, ga de discussie met elkaar aan.
Ten slotte geldt altijd: Geef het goede voorbeeld en straf discutabel gedrag consequent af.
Job de Haan, nieuwsredacteur Integriteit.nl
(Bron: Staat van de ambtelijke dienst – De motiverende overheid 2017)